Gir Bahadur Thapa werd in 1943 geboren in een afgelegen dorp in de heuvels. Ze waren met z’n zevenen. Vader moeder, drie zussen en twee broers. Hij was één van de jongsten. Ze waren hindoe’s en straatarm. De vader was naar het buurland India vertrokken om te proberen een beetje geld voor zijn gezin te verdienen. Gir wilde later net als zijn vader zijn. Scholen, ziekenhuizen of banken waren er in die tijd niet. Gir had dus ook niet de kans om naar school te gaan om te leren lezen en schrijven. Hij herinnert zich dat hij als jongen gezond en sterk was.Gir

Wees
Gir’s leven is diep getekend door de dood van zijn beide ouders. Zijn moeder stierf toen Gir zes jaar oud was. Vier jaar later verloor hij ook zijn vader. Beiden stierven door een gebrek aan medische zorg. Op tienjarige leeftijd was Gir een wees en aan zijn lot overgelaten. Hij verliet zijn ouderlijk huis, familie en dorp, zonder te weten waar naar toe. De andere kinderen gingen ook elk hun eigen weg. Gir liep overdag en sliep ’s nachts onder de bomen en struiken in de jungle. Vaak verzamelde hij brandhout in de bossen en ruilde die voor een hap eten. Soms zorgde hij voor koeien en geiten en mocht in ruil daarvoor bij mensen slapen en eten. Maar hij bleef nooit ergens lang. Onrustig trok hij verder. Hij wilde zo graag zijn buik eens goed vol eten. Hij was gek op rijst, vlees en appels, maar als kind at hij dat bijna nooit. Hij droomde van geld verdienen om zoiets lekkers zelf te kopen, maar dat lukte niet. Terugkijkend zegt Gir dat zijn kinderjaren erg zwaar en moeilijk waren, zonder enig plezier.

“Ik huilde ‘s nachts vaak”
Toen hij een jaar of 16 was, leefde hij in de buurt van Butwal, in het zuiden van Nepal aan de grens met India. Hij zocht overal werk, probeerde wat te verdienen om in leven te blijven. Hij had geen dak boven zijn hoofd, wist niet waar hij zou slapen, of waar naar toe. Een uitzichtloos en eenzaam leven. Overdag op zoek naar werk en eten en ’s avonds naar een plaats om te slapen. Vrienden had hij niet. “Ik huilde ‘s nachts vaak, als ik alleen was” vertelt hij.

Gir kon toen hij een jaar of 20 was uiteindelijk een kleine kamer huren, in een sloppenwijk aan de rand van een rivier. Hij trouwde toen hij 25 jaar was, maar zijn vrouw liet hem binnen een paar maanden in de steek. Hij hertrouwde tot twee keer toe maar zijn beide vrouwen werden ziek en stierven binnen een jaar, door gebrek aan dokters. Hij besloot om nooit meer te trouwen en voelde zich diep ongelukkig. Een gelukkig gezinsleven was blijkbaar niet voor hem weggelegd. Hij stortte zich op hard werken, maar was eenzaam en emotioneel kapot.

Jezus
Hij kreeg problemen met zijn gezondheid en werd steeds vaker ziek. Jarenlang had hij buikpijn. Hij wilde eigenlijk niet meer verder leven. De 41-jarige zieke Gir is moe van het leven. Dan komt hij in aanraking met een christen-gezin en hoort het evangelie van Gods liefde. Het gezin bidt voor hem en hij geneest van zijn buikpijn. Hij gaat naar een kerk bij hem in de buurt en komt tot geloof in Jezus. Zijn leven verandert radicaal. Hij vindt rust en vrede en krijgt liefde en zorg van christenen, zijn nieuwe familie. Nooit eerder in zijn leven heeft hij Gods liefde zo diep ervaren. Hij wil leven! Hij trouwt opnieuw als hij 43 jaar is met Chandra. Ook Chandra heeft, net als Gir, een leven achter de rug als wees omdat ze in de steek is gelaten door haar familie.

Help een oudere
Gir en zijn vrouw zijn inmiddels 27 jaar getrouwd. Ze hebben geen kinderen maar zijn gelukkig met elkaar. Het leven bleef wel een worsteling en volgens Gir hebben hij en zijn vrouw hard moeten werken voor hun dagelijks brood. Gir is nu 70 jaar en niet goed meer in staat om te werken; de gezondheid van beiden laat het ook afweten. OHP Nepal steunt sinds 2003 dit echtpaar via het Help een Oudere-programma. Ze komen naar groepsactiviteiten voor ouderen, de staf van OHP Nepal bezoekt hen regelmatig en ondersteunt hen met medicijnen en eten. Gods liefde verandert mensenlevens!